De Europese Unie gaat scherper toezien op het lot van EU-werknemers die zijn uitgezonden om tijdelijk in een ander EU-land te werken.
De EU-lidstaten willen voorkomen dat dergelijke gedetacheerde arbeiders nog langer worden onderbetaald of zwart werken.
,,Het is een belangrijke stap in de strijd tegen schijnconstructies en uitbuiting, aldus minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken maandag in Brussel over het besluit. De meeste lidstaten schaarden zich achter de voorstellen. ,,Gelijk loon voor gelijk werk in het land waar je werkt, dat moet het uitgangspunt zijn in Europa”, aldus Asscher.
EU-werknemers in de bouw bijvoorbeeld kunnen voortaan stappen ondernemen tegen het bedrijf (opdrachtgever) in het land waar ze tijdelijk werken. Ook gaan inspectiediensten meer en sneller informatie uitwisselen. Controles blijven in handen van de landen zelf.
In Nederland werken naar schatting ruim 100.000 gedetacheerde EU-werknemers, voor een aanzienlijk deel grenswerkers. Voor de hele Unie gaat het om zo’n 1,2 miljoen burgers. Daarvan werkt een kwart in de bouw.
Over de extra maatregelen tegen de sociale fraude is 1,5 jaar gesoebat. Behalve Groot-Brittannië waren vooral enkele Oost-Europese landen tegen. De voorstellen gaan nu naar het Europees Parlement.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl